Het is dit jaar een uitzonderlijk droog voorjaar in Nederland. Het neerslagtekort komt inmiddels in de buurt van het record-droogtejaar 1976. En dit geeft problemen, onder andere in de landbouw en in de natuur. Op den duur krijgen planten het moeilijk en kunnen oogsten mislukken. Huizen kunnen daarnaast verzakken, dijken verzwakken, wegen scheuren en droge bossen en heides vliegen sneller in brand. Door klimaatverandering gaan we steeds vaker te maken krijgen met extreem weer: een nattere herfst en winter en een droger voorjaar en zomer. Hoe kunnen we hier in de toekomst beter mee omgaan?
Van een strijd tegen water naar een strijd óm het water
Eeuwenlang streden we als Nederlanders tégen het water. Droogleggen. Inpolderen. Dijken aanleggen. Water is altijd een dreiging geweest. Het was er in overvloed. Het zit in ons DNA om te ‘strijden’ tegen het water. Maar sinds de extreem droge zomers in 2018 en 2019 is er een hele andere zoektocht aan de gang: de zoektocht naar water vasthouden. Er moet een balans gevonden worden tussen water vasthouden voor droge periodes en wateroverlast voorkomen.
Water vasthouden
Uit het rapport Klimaatsignaal ’21 van het KNMI blijkt dat de neerslag over het hele jaar sinds 1960 is toegenomen. Door klimaatverandering is het natter geworden in Nederland. Bij elke graad opwarming kan de lucht 7% meer waterdamp bevatten en kan er dus meer neerslag vallen. Hoe het nu dan toch zo droog kan zijn? De toename van neerslag is niet gelijk verdeeld over de seizoenen. In de herfst en in de winter valt er beduidend meer regen, terwijl de neerslag in de lente juist is afgenomen en in de zomer steeds vaker in hoosbuien valt.
Voor de toekomst noemt het KNMI de toenemende droogte in de lente en in de zomer een risico voor Nederland. Volgens waterschappen is het de oplossing om water dat in de herfst en in de winter overvloedig valt beter vast te houden. Hiermee kunnen tekorten in de lente en in het voorjaar worden aangevuld.
Wirwar aan Infiltratievoorzieningen
Water opslaan voor droge periodes kan met behulp van infiltratievoorzieningen. Infiltratievoorzieningen kun je zien als buffers. In tijden van overvloed vang je hiermee water op en voorkom je wateroverlast. Het opgevangen water kan vervolgens in tijden van droogte worden ingezet. Infiltratievoorzieningen zijn er in alle soorten en maten. Zo zijn er greppels, wadi’s, slokops, infiltratiekratten en nog veel meer oplossingen. De aanpak en de beheerinformatie over deze voorzieningen blijken alleen nog wat versplinterd te zijn. Infiltratiekratten en slokops vallen bijvoorbeeld onder de verantwoordelijkheden van riolering en wadi’s onder groenbeheer.
Infiltratievoorzieningen beheren in Obsurv
Ook in Obsurv, het beheersysteem voor plannen en begroten van het beheer van de openbare ruimte, werd basisinformatie over deze infiltratievoorzieningen tot voorkort in verschillende modules – wegen, groen, riolering – vastgelegd. Met de vakdiscipline Infiltratievoorzieningen komt daar verandering in. Hier kun je alle voorzieningen overzichtelijk op één plek in kaart brengen. In de vakdiscipline Infiltratievoorzieningen is ook ruimte om input te leveren voor alle hydraulische berekeningen. Daarvoor zijn de geldende standaarden van het GWSW (Gegevenswoordenboek Stedelijk Water) gebruikt. Waterbeheerders kunnen hierdoor gemakkelijker gegevens uitwisselen met andere applicaties die zij gebruiken.
Ook aan de slag met de vakdiscipline Infiltratievoorzieningen?
De vakdiscipline Infiltratievoorzieningen is een eerste stap in het beter beheren van infiltratievoorzieningen binnen Obsurv. Wil je weten hoe je de infiltratievoorzieningen voor jouw organisatie hierin opneemt? Neem dan contact op met een van onze adviseurs. Zij denken graag met je mee.