Buitenspelen, de gewoonste zaak van de wereld (toch?)

Buitenspelen. Het lijkt zo gewoon. Steeds meer kinderen groeien op in een stedelijke omgeving en  gemeenten staan voor de taak een stimulerende speelomgeving te bieden. En dat is best een uitdaging. Want hoe houd je rekening met uiteenlopende wensen van inwoners? Hoe bepaal je de juiste mate van regelgeving? En, last but not least, hoe ga je bezuinigen zonder kleerscheuren op te lopen?

Bezorgde ouders

Vooral in een stedelijke omgeving kunnen bezorgde ouders de neiging hebben hun kinderen net iets te vaak binnen te houden. En dat terwijl alles uitwijst hoe belangrijk het is om buiten te spelen. Kinderen ontwikkelen hun motorische en sociale vaardigheden, doen vitamine D op door zonlicht, en blijven fit en op een gezond gewicht. Wie nog meer argumenten zoekt, kan terecht op de website van Jantje Beton.

Waar gaan we spelen?

Als de eerste horde – de bezorgde ouders – is genomen, dan is de gemeente aan de beurt. Want waar gaan kinderen spelen? Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het realiseren en beheren van speeltuinen en recreatiegebieden. Daarbij proberen zij zich te richten op de wensen en behoeften van hun inwoners. Maar hoe doe je dat? Want wat voor de ene bewoner een plek van speelplezier en ontspanning is, is voor de ander een bron van onrust en ergernis. Om de juiste balans te vinden moeten gemeente een goed overzicht hebben van hun totale openbare ruimte en het gebruik ervan. Alleen dan is het mogelijk een evenwichtige indeling te kiezen die ook uit te leggen is aan bestuurders en indien nodig de inwoners.

Wat mag wel en wat niet?

De volgende vraag is hoeveel regelgeving en overheidsbemoeienis gewenst is. In de Tweede Kamer zijn recent nog vragen gesteld over het wel of niet mogen aanbieden van speeltoestellen in de openbare ruimte door particulieren. Want wie garandeert dan de veiligheid? Het lijkt haaks te staan op de opkomst van ‘wilde natuurspeeltuinen’ en ‘jeugdlandjes’ waarin kinderen vrij mogen rondstruinen. Ook hier heeft de gemeente de uitdaging te laveren tussen de verschillende wensen en belangen.

Wat mag het kosten?

Naast de eerdere vragen wat de gemeente en haar inwoners aan speeltuinen en speeltoestellen willen en mogen neerzetten, is er tot slot de kostenvraag. Gemeenten hebben veel moeten bezuinigen en staan ook de komende tijd voor bezuinigingen. Uit onderzoek in opdracht van Jantje Beton zou blijken dat speeltuinen bepaald niet ontzien worden.

Efficiënt beheer en een afgewogen beleid

De discussies over buitenspelen maken veel los. Zoveel is wel duidelijk. En als beheerder van de openbare ruimte bent u onvermijdelijk bij dit onderwerp betrokken. Misschien hoeft u de discussie niet zelf te voeren. Maar het is wel waardevol als u aan uw bestuurders en budgethouders duidelijk kunt uitleggen welke speelvoorzieningen u onder uw hoede heeft, wat de kwaliteit is en welke kosten u de komende jaren verwacht voor onderhoud. U kunt daardoor aantonen hoe u uw beheer zo efficiënt mogelijk inricht. En uw gemeente zal tot een afgewogen beleid kunnen komen, niet alleen op het gebied van spelen, maar op álle onderdelen van de openbare ruimte.

Meer weten?

Vanuit Sweco ondersteunen wij veel gemeenten met het beheer van de openbare ruimte. Ons beheersysteem voor de openbare ruimte, Obsurv, bevat ook een uitgebreide module Spelen die het beheer van speeltuinen en speeltoestellen faciliteert. Wilt u meer weten, of Obsurv met eigen ogen bekijken? Vraag de gratis demolicentie aan en neem contact op voor vrijblijvend advies.