Iedere wegbeheerder kent de CROW publicatie 210. Voordat je werkzaamheden inplant waarbij asfalt vrijkomt, moet onderzoek worden gedaan naar de teerhoudendheid van dat asfalt.Grontmij voert al meer dan 30 jaar verhardingsonderzoeken uit en de laatste circa 7 jaar is daar het teeronderzoek bijgekomen. Sinds 2011 worden de onderzoeken met een eigen boorwagen uitgevoerd. En dat gaat goed. In 2015 werd de 10.000ste asfaltkern geboord.
CROW publicatie 210
Beheer en onderhoud van wegen is noodzakelijk voor de veiligheid van weggebruikers en voor de duurzame instandhouding van de wegen. Soms moet een weg worden omgelegd om de verkeerssituatie te verbeteren. Soms is het wegdek versleten en moet een gedeelte van het wegdek vervangen worden door nieuw asfalt. Maar ook voor het onderhoud zelf zijn richtlijnen opgesteld. Zodra de wegbeheerder het asfalt wil opbreken of een laag wil wegfresen, zal hij onderzoek volgens de CROW publicatie 210 moeten doen. Dit is een richtlijn die voorschrijft hoe beheerders om moeten gaan met vrijkomend asfalt.
Asfaltonderzoek moet aan strenge criteria voldoen
Asfalt dat vrijkomt als gevolg van werkzaamheden, mag niet zonder meer voor hergebruik worden aangeboden. Eerst moet worden onderzocht of het asfalt geen teer bevat. Omdat dit asfaltonderzoek een specialistische klus is die aan strenge criteria moet voldoen, wordt het team Assetmanagement Wegen van Grontmij vaak ingeschakeld. Dit team kan zowel de boringen uitvoeren, als ook de analyses in de eigen laboratoria verzorgen. De drie wegenbouwlaboratoria zijn voor veel proeven geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie (RvA).
Asfalt is recycleerbaar, tenzij…
“In principe is asfalt 100% procent recycleerbaar, tenzij het teer bevat”, vertelt Ron Vlassak, een van de adviseurs in het team. “Als het asfalt teer bevat, dan kan het niet gebruikt worden in nieuw asfalt: bij het produceren van asfalt met recycle-asfalt komen dan als gevolg van de hoge mengtemperaturen kankerverwekkende dampen vrij. In Nederland is het streven van de overheid dat het vrijkomende, teerhoudende asfalt volgens een speciale verwerkingsprocedure wordt verwerkt.”
10.000 asfaltboringen sinds 2011
Hoewel Grontmij al meer dan 30 jaar dit soort verhardingsonderzoeken uitvoert, is de vraag naar teeronderzoek sterk toegenomen nadat de CROW 210-richtlijn de standaard werd. “Dat was zo’n 7 jaar geleden”, herinnert Vlassak zich. “Het aantal verzoeken nam toen zo snel toe, dat het ons efficiënter leek om een eigen boorwagen aan te schaffen en in gebruik te nemen. Na de eerste 4 jaar is het voordeel inderdaad gebleken. In januari van dit jaar hebben wij in Tilburg de 10.000ste boorkern geboord. Op maandag 16 maart 2015 is deze 10.000e boorkern overhandigd aan onze opdrachtgever Ben van de Ven van de gemeente Tilburg.”
Kennis vastleggen voor toekomstig beheer
Als de boringen eenmaal zijn uitgevoerd, is het ook zaak de verkregen informatie op een goede manier vast te leggen in de beheerdatabases. Bij asfaltboringen wordt informatie verkregen over de laagopbouw en eventuele teerhoudendheid van het asfalt. Bij constructieboringen (meestel tot ongeveer 1 meter diepte) wordt ook gekeken wat er onder het asfalt ligt, zoals dikte en soort fundering en ondergrond. Dit soort informatie is bij onderhoudswerkzaamheden in de toekomst opnieuw relevant. “Op basis van de gps-coördinaten kunnen de boorlocaties precies in kaart worden gebracht”, aldus Vlassak. “In een kaartgeoriënteerd beheersysteem zoals Obsurv zou het dus heel handig zijn als wegbeheerders op een dergelijke manier hun informatie zouden invoeren en vastleggen”.
Wilt u meer weten?
Wilt u meer weten over de diensten die Grontmij aanbiedt op het gebied van wegbeheer in het algemeen? Neem contact op met een van de adviseurs. Zij vertellen u er graag meer over.
Of misschien bent u wel nieuwsgierig naar Obsurv. En naar de voordelen die dit beheersysteem te bieden heeft op het gebied van wegbeheer. Laat het ons weten of vraag een tijdelijke proeflicentie aan.